De geschiedenis van rioleringswerken in Antwerpen en Oost-Vlaanderen kent een lange evolutie. Deze loopt parallel met de stedelijke ontwikkeling. In de middeleeuwen waren er primitieve afwateringssystemen, zoals open goten en grachten.  Pas in de 19e eeuw begon Antwerpen serieus werk te maken van riolering. Het zelfde geldt voor Oost-Vlaanderen. Het stadsbestuur besefte de noodzaak van een modernere aanpak om de hygiënische omstandigheden te verbeteren en ziektes te voorkomen.

De grootste mijlpaal kwam in de vroege 20e eeuw met de aanleg van het gescheiden rioleringsstelsel. Hierbij werden regenwater- en afvalwaterleidingen gescheiden om de zuiveringsefficiëntie te verhogen. Tijdens de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog werden verdere verbeteringen doorgevoerd.

In de late 20e en vroege 21e eeuw werden duurzaamheidsaspecten geïntegreerd. Er ging toen veel aandacht naar regenwaterbeheer en milieuvriendelijke oplossingen. Antwerpen blijft investeren in de modernisering van haar rioleringsinfrastructuur om te voldoen aan hedendaagse normen op het gebied van volksgezondheid en milieu. Het voortdurende streven naar efficiëntere systemen weerspiegelt de voortdurende zorg van de stad voor een gezonde leefomgeving.